Nieuwe JLO motoren op nieuwe wegen
Uit: Radmarkt februari 1966
Vertaling: Wietze Jonker
met dank aan het JLO museum
Nog slechts één basismodel voor alle 50cc motoren – `minimotor` schept de basis voor laaggeprijsde damesbrommers.
Het aanbod aan gemotoriseerde fietsen (damesbrommers) krijgt versterking: met een nagelnieuwe aandrijfeenheid, dat op maat gemaakt is voor echte en goedkope gebruiksbrommers, zullen de Pinneberger fabrieken in de komende maanden op de markt komen. De éénversnellingsmotor met ”slechts” 35cc is productiegereed. Een Duitse “mofa 25” met de nieuwe JLO “minimotor” zal in de vakhandel slechts weinig meer dan DM500,- kosten.
Tegelijkertijd vindt er een aflossing van de wacht plaats bij de Moped motoren (schakelblokken) van JLO: over de productielijnen loopt al een nieuw model, waarvan de vormgeving gelijk door het uiterlijke beeld al opvalt. De markante contouren van het carter zijn zodanig ontworpen dat er geen ruimte verspild word, de motoren zijn echter beter in de totaaloptiek van een moderne 50 cc machine in te passen. Optisch versmelten rijwielgedeelte en motor meer tot een eenheid. Achter het nieuwe design steekt duidelijk meer dan alleen maar een nieuw aanzien, alle voertuigmotoren met 50 cc, die JLO fabriceert, bouwen op vanuit één basismodel. Of het nu de eenvoudigste uitvoering met centrifugaalkoppeling en één versnelling betreft of versies met twee of drie versnellingbakken, of het een ‘geknepen’ of ‘open’ versie betreft, de verschillende varianten laten zich met een minimum aan uit te wisselen onderdelen vervaardigen. Het is productietechnisch evenzo belangrijk als in de prijsvorming, en in het op voorraad houden net zo als bij vervangingsdeel bevoorrading.
Nog zijn het uitgesproken bromfietsmotoren die in het productieprogramma staan. Het uitbreiden naar schakelbrommer motoren, dus in kickstarter uitvoering, en het doorontwikkelen naar motoren voor snelbrommers (kleinkraftrad) met ongeknepen vermogen en 4 versnellingen is slechts een kwestie van tijd en marktontwikkeling, maar technisch geen enkel probleem. Als de nieuwe motoren voor de eerste keer op de komende RAI tentoonstelling in Amsterdam van 24-2 tot 6-3-1966 voorgesteld worden hangt dat samen met de productiestart en seriegereedheid. Dat zich een samenloop met het tijdstip van de tentoonstelling in Amsterdam voordoet heeft men in Pinneberg zeker met een concrete reden gedaan, want Nederland is traditioneel een afnemer van JLO motoren. De kennis van de robuustheid en ongecompliceerdheid is hier bijzonder goed verspreid. De motoren zullen op de RAI tentoonstelling in verscheidene voertuigen aan te treffen zijn.
JLO: meer motoren voor tweewielers.
Nieuwe motoren – goed en aardig. Bij JLO betekent dat meer, het is een signaal dat men zich in de toekomst meer gaat toeleggen op de bouw van 50 cc motoren voor de Duitse markt. Ingeslapen was de productie nooit, maar het ging tot nu aan toe overwegend naar het buitenland. En wat de (in veel aspecten verwante) stationaire motoren betreft, op dit gebied heeft JLO nog altijd de grootste productie.
De jongste ontwikkelingen op de Duitse tweewielermarkt waren voornamelijk de oorzaak van het herontwerpen van het tweetakt motoren programma die bij JLO de doorslag gaven.
Natuurlijk weten ze in Pinneberg dat nieuwe motoren de beste kansen maken als ze in een gat in de markt ingezet kunnen worden. Het meest duidelijk wordt het gelijk van deze theorie bevestigt door de ‘minimotor’ zoals de fabriek hem aanduid , voor de ‘25 km/h bromfiets’. Daarmee zullen Duitse damesbrommers voor een vergelijkbare prijs aangeboden kunnen worden als buitenlandse fabrikanten, met vergelijkbare modellen, voorgedaan hebben.
Het voordeel aan deze damesbrommers is dat ze zich volledig op de gebruikerswensen en smaak hier ten lande kunnen instellen.
En in het schakelbrommer domein? Is daar nog een gat in de markt te ontdekken? Ondanks een zeker omvangrijk aantal aan modellen gaan de JLO fabrieken, nog afgezien van de belangrijke en betekenisvolle export, uit van reële afzetmogelijkheden op binnenlandse bodem. Het komt, zo zegt men in Pinneberg, er tegenwoordig op aan een brommer als voertuig te bouwen dat eenvoudig te onderhouden en te reviseren is. Het moet, en men sluit daar de vijftigers zonder snelheidsbegrenzing erbij in, de gebruiker weinig problemen geven. Deze factoren, en een mogelijke gunstige prijs, hebben voorrang volgens JLO’s mening op opgevoerde motoren, die een hogere bedieningsbelasting vragen door veelvuldig schakelen enz.
Dan een stukje over hoe JLO er tegenaan kijkt, met zo weinig mogelijk versnellingen uitkomen. Het nieuwe brommerblok met twee versnellingen heeft ‘onderin zoveel’ dat de eerste versnelling praktisch alleen maar voor het wegrijden gebruikt word. In de tweede kruipt hij, als je dat wilt, om elke hoek en marcheert dan vanuit lage toerentallen krachtig accelererend monter vooruit .En niet op de laatste plaats, men zal niet de geldbuidel van de koper overvorderen, ondanks alle welvaart. En dat is een doel dat men constructief met een voor vele doeleinden varieerbare basisuitvoering tegemoet treed, dus met effectieve kostenbesparingen in de productie zonder daarbij gebruiksmogelijkheden te reduceren en toch de verschillende voorschriften van buitenlandse afnemers in acht te nemen. En daarvan zijn er heel veel !
Nieuwe motoren – maar geen nieuwe beleidslijn.
Voor JLO in ieder geval niet. Men hoeft, om dat vast te stellen, zich niet in de geschiedenis van deze fabriek te verdiepen, dat de oprichter Christiansen samen met een medeoprichter tot leven heeft geroepen. Reeds in de twintiger jaren was er de JLO motor voor achter op de bagagedrager van fietsen en al snel daarna werd de betekenis van deze groeiende motorenproductie duidelijk, voortkomende uit deze onvermoeibare motor van tweetaktpionier Christiansen. Toen de oorlog uitbrak waren JLO motoren in de hele wereld bekend geworden, want deze JLO motoren hadden zich in de toenmalige brommers, eerst met 60cc en uiteindelijk met 125cc en twee versnellingen als onverwoestbaar bewezen, waarbij de (bij een personele bezetting van 500 medewerkers) aanloop- en testtijd van stationaire motoren bijna vergeten was.
Nou ja, waar JLO motoren ingezet werden wist men (ook toen al) dat ze goed en betrouwbaar hun werk deden. Zelfs in GLEISSTOPFAPPARATEN, waar geen koellucht beschikbaar was, waren er geen thermische noch andersoortige problemen. Vooruitgang was er ook in de voertuigmotorenbouw. Nieuwe motoren ontstonden na de oorlog in rap tempo, met groeiende cilinderinhoud zoals de vele kopers zich wensten, tot en met een 250cc tweetakt twin, die in temperament, vermogen en betrouwbaarheid de bekroning van dit motorenaanbod was en die tot vandaag de dag nog in goede herinnering staat. Toen deze motor uitkwam diende zich reeds de crisis in de motorfietsenverkoop aan die weinig later dan ook ineen stortte.
Afzetkanalen waren ingestort, maar niet de kennis en ervaring. Voordat de motorfiets zijn ineenstorting beleefde, stelde de bromfiets nieuwe uitdagingen. In die tijd waagden zich maar weinig bedrijven, die de marktkansen van deze rijbewijsvrije voertuigen herkenden, niet alleen aftastend maar ook met een duidelijk concept voor ogen, op dit nieuwe terrein naar voren. De JLO motor was de eerste onder zijnsgelijken, eigenlijk de eerste als men meeneemt dat hij gedacht was voor een plaats aan het onderste deel van het frame. Vanuit het oogpunt van marktpolitiek bewees het zich als minder gunstig dat deze motor in de brommer van een groot warenhuis terechtkwam. Enfin, men zal daar de nodige lering uit hebben getrokken.
Wat stiller werd het om de JLO voertuig motorenbouw toen de bromfiets-hoogconjunctuur ten einde liep. In het buitenland waar men de rijbewijsvrijheid niet aantastte behielden ze haar plaats, ook in de verspreiding. Ondertussen kwam het tot een samenwerkingsverband met Rockwell/USA. De eigendomsoverdracht aan de Amerikaanse holdingmaatschappij verbreedde onder groeiende motorenbouw het productieaanbod en leidde tot voor krap twee jaren tot een nieuwe verdeling van zwaartepunten, Zuid-JLO München, tot dat moment producent van 50cc motoren, nam de productie van Rockwell elektrische gereedschappen en houtbewerkingmachines over. De motorenbouw concentreerde zich in Pinneberg en hier gaat de productie met een duidelijke doelstelling door waaronder het bedrijf groot geworden is. Ze wordt zeker door de schat aan ervaring van een langjarig werkzame koopmans- en technische ervaring hierin gesteund.
UIT DE SPECIALE UITGAVE VAN HET BLAD RADMARKT VAN
2/66
`mini-motor` met 35 ccm
voor de 25 km/h snorfiets
Bromfietsmotor G 49 | V49 met geforceerde koeling |
Opgeruimde heldere fabriekshallen, overzichtelijke productie en gerationaliseerde transportwegen
(op de voorgrond een deel van de rondgaande aanvoerlijn).
Links een deelaanzicht van de krukasproductie bij JLO, rechts nieuwe motoren op de productiebanden.