Opknapbeurt-Restauratieverslag Starflite GT50
Door Wietze Jonker
Wat doe je als je als Batavus bromfietsliefhebber graag een wat zeldzaam model van de fabriek uit Heerenveen-zuid de jouwe wilt noemen? Je kijkt om je heen op beurzen, internet en houd ook tijdschriften en dergelijke goed in de gaten. En wat mag je beschouwen als zeldzaam? Een Batavus Whippet is dat, ondank het feit dat het een zeer begerenswaardige brommer is, zeker niet. Wel mooi, dat is zeker, maar niet echt zeldzaam. Een Supersport, Combisport, Tourist of Conforte is al evenmin schaars. Een Batavus TS49-S motorfietsje dan maar? Die is zeker zeldzamer maar daar heeft schrijver dezes al eentje van. Een oude motorfiets van Batavus is ook mooi en zeldzaam maar die kom je bijna nooit tegen. Dan maar over de grens kijken? We weten dat in meerdere landen Batavus producten zijn verkocht onder de naam Starflite. En van zo’n Starflite is er eentje via internet gevonden die wel zeldzaam genoemd mag worden. Over deze Starflite GT50 gaat het volgende verslag.
Vlak voor de zomervakantie van 2008 kwam ik een lang gezochte en vrij zeldzame lichte motorfiets op het spoor die door Batavus als Kleinkraftrad in Duitsland was verkocht. Het ging hierbij om een 50cc motorfietsje van het merk en type Starflite GT50 van het bouwjaar 1971. Dit type motorfietsje werd niet door Batavus zelf verkocht maar door grootwarenhuizen als bijvoorbeeld Karstadt, Kaufhof, Hörten of Hertie. Importeur daartoe was een firma uit Keulen genaamd Viha trading Gmbh. Deze Starflite GT50 was voorzien van een 50cc Sachs blok met vijf versnellingen en 6,25 pk. Daarmee moet deze lichte motorfiets goed zijn voor zo’n 85 kilometer per uur. Even ter verduidelijking; waar het om gaat is een motorfietsversie van de Batavus TS50 die werd verkocht begin jaren zeventig van de vorige eeuw. Deze TS50 is voorzien van het Tomos 4 versnellingsblok met geforceerde koeling. Van de Starflite GT50 zijn (officieel) geen exemplaren in Nederland op de markt gezet.
Na wat mailwisseling die wat stroef verliep en het bekijken van een paar foto’s werd deze bijzonderheid aangeschaft. Het kwam goed uit dat er een zwerfvakantie door Duitsland gepland stond met de kampeerauto en dus werd de afspraak gemaakt dat we hem gelijk in het eerste weekend zouden komen ophalen. Aangezien er een drager voor een lichte motor aan de kampeerauto te monteren is kon het mooi op deze manier plaats vinden. Zo is deze lichte motorfiets een poos meegereisd op zwerftocht langs verschillende mooie plekken in Duitsland.
Eenmaal thuis is er eerst eens uitgebreid gekeken naar deze “snelbrommer”. Eerst de zaken eens goed in je opnemen is beter dan gelijk enthousiast beginnen met sleutelen om je dan achteraf af te vragen van “hoe zat het nou ook alweer”? Dat deze Starflite een flinke opknapbeurt nodig had was voor aanschaf al duidelijk en dat verbaasde dus niet. De algehele staat viel zeker niet tegen en vormt een prima basis voor een fikse opknapbeurt. Aangezien schrijver dezes ook in het bezit is van een Batavus TS49S van 1970 werd in eerste instantie gedacht dat op tank, gereedschapkastjes, buddyseat en spatborden na deze beide machines technisch volkomen gelijk zouden zijn. Dat bleek bij nadere bestudering niet helemaal het geval te zijn. Met name de voor- en achternaaf met respectievelijke bevestiging en remdelen was anders. Verder bleek wel dat het broers van elkaar zijn. De rest van de onderdelen was namelijk wel hetzelfde, kleine detailverschillen daar gelaten.
Daarna is als eerste contact opgenomen met bevriend medeclublid Jappie de Vries om te vragen of hij een paar stickers wilde maken naar origineel model voor op de gereedschapkastjes. Dit zijn de enige stickers die op deze machine aanwezig zijn. Dat wilde hij wel en hij is kort daarna komen kijken en heeft na de Starflite bewonderd te hebben een aantal foto’s gemaakt van o.a. de stickers. Afmetingen zijn doorgegeven en dat was feitelijk de aftrap tot de restauratie. Zelf heb ik nog foto’s gemaakt van tank en gereedschapbakjes met een rolmaat erbij om later nog te weten hoe deze onderdelen moeten worden afgeplakt na ze opnieuw te hebben laten verchromen. Er moet ook weer een mooie laklaag overheen met bijbehorende goudkleurige biezen en dan moet je wel weten hoe het was. Een paar tankemblemen had ik ooit al eens gekregen van genoemd medeclublid Jappie en komen dus nu fantastisch van pas. Probeer die nog maar eens te vinden !!!
Daarna is begonnen met het geleidelijk aan demonteren van tank, gereedschapkastjes, buddyseat e.d. Van de bedrading in zijkastje en koplamp is eerst nog een foto gemaakt om later de kleuren weer netjes bij elkaar te voegen zoals het hoort. Wat wel gezegd kan worden is dat duidelijk werd dat aan deze Starflite niet geprutst was. Alles zat nog keurig in elkaar zoals het de fabriek indertijd had verlaten. Enige geconstateerde afwijking was een later type cilinderkop die door het eerdere type diende te worden vervangen. Het latere type heeft steunribbetjes tussen de koelribben wat bij het eerdere model ontbreekt. Hij moet per slot van rekening wel weer origineel worden en dus is de cilinderkop vervangen voor een correct exemplaar. Verder was de machine technisch gezien wel volslagen origineel en zelfs aan de bedrading was niet geprutst. Wel waren ooit eens de koplamp, het kettingscherm en de beide spatborden zwart gelakt. Deze Starflite hoort een verchroomde tank en zijdeksels te hebben die deels rood zijn gelakt. Daarbij horen de genoemde delen die zwart gelakt waren zilverkleurig te zijn. Besloten is uiteraard om dit weer in originele staat terug te brengen.
Na demontage van de Starflite GT50 is er een inventarisatie gemaakt van spullen die opnieuw naar de chromerij moesten. O.a. de tank, zijdeksels, vorkpoten, spatbordstangen, bagagedrager en nog tal van kleinere delen zijn er naar toe gegaan, waarbij de afspraak werd gemaakt dat het zo’n drie weken zou duren tot de spullen klaar zouden zijn en dat er contact zou worden opgenomen om de spullen weer op te halen. Uiteindelijk heeft het vijf weken geduurd voordat het verlossende telefoontje kwam. Kort daarna zijn de spullen opgehaald waarbij is besloten om de tank nog maar een keer te laten bewerken en verchromen omdat juist in het verchroomde deel aan de zijkant een flinke deuk zat. Aangezien deze deuk pontificaal in het zicht zou zitten vond ik dat niet kunnen, temeer omdat van tevoren goed was besproken dat het er allemaal mooi strak bij moest staan als deze Starflite klaar zou zijn. Dat zou met een deuk in de tank zeker niet het geval zijn. Er is gelukkig niet moeilijk gedaan en de tank is opnieuw behandeld waarna hij er naar tevredenheid (maar niet perfect) bijstond.
Tussentijds is de motorheftafel ook nog hersteld van een lekkende cilinder en het moet gezegd worden dat het naast de heftafel staande toch gemakkelijker sleutelen is dan op je knieën naast de tweewieler.
Voor de buddyseat was het een overweging of er een mooie tweedehands opgezet zou worden of de bestaande buddy opnieuw laten bekleden. De buddyseat was bovenop een klein beetje gescheurd, een winkelhaakje, en aan de voorzijde waren in de loop der jaren twee scheuren ontstaan. Ook had ooit iemand bedacht dat het handig kon zijn om een bagagedrager op deze Starflite te monteren. Hoewel de drager die op deze Starflite GT50 zat wel een Batavus model had zaten er toch gaten op plekken waar ze niet horen. Misschien heeft er eerder een ander model drager op gezeten? Wie zal het zeggen. Besloten is uiteindelijk om de buddyseat maar helemaal opnieuw te laten bekleden bij een gerenommeerd bedrijf. Kost een paar centen maar dan is het tenminste ook keurig netjes voor elkaar. Deze buddy was zeker niet slecht. De onderkant was wel roestig zoals zo vaak voorkomt. Dit was echter een oppervlakkig iets. Na zandstralen en lakken ziet dat er weer keurig uit.
De te lakken delen werden in twee keer naar de spuiter gebracht. Die delen die naar de chromerij waren zijn pas nadat ze terug ontvangen waren er ook naar toe gebracht. Aangezien er twee kleuren (zilver en rood) op de verschillende onderdelen aangebracht moest worden zijn eerst die delen die zilverkleurig gespoten moesten worden gedaan. Na het stralen zijn deze delen in de grondlak gezet waarna ze zilverkleurig zijn gespoten. Hier overheen een glimmende laag blanke lak en klaar is Kees. Deze spatborden, kettingscherm en koplamp waren al weer thuis voordat er met het afplakken van de verchroomde delen werd aangevangen. Dit is een precies werkje maar het voorkomt dat je lak krijgt op plaatsen waar je dat niet wilt hebben. De chroomlaag is voor het in de grondlak zetten behandeld met een hechtmiddel om te garanderen dat je bij het poetsen, wat vroeg of laat wel een keer moet gebeuren, de lak niet van het verchroomde oppervlak af zou poetsen. Het uiteindelijke lakresultaat is best tevreden stellend.
Terwijl er gewacht werd op al eerder beschreven chroomdelen, lakdelen en buddyseat werd de hand gelegd aan de wielen. De voor- en achternaaf werden gepolijst en de tandwieldrager (of heet dat tandwielhouder?) ontkwam ook niet aan de polijstschijf. Het is toch prachtig om te zien hoe met enig geduld en wat werk deze onderdelen weer prachtig gaan glimmen. Bijna mooier als nieuw. Spaken, nippels en velgen werden aangeschaft waarna het samenstellen van de wielen kon beginnen. Als je dat net als ik al een paar keer gedaan hebt dan valt het best wel mee om een paar wielen in elkaar te “vlechten”. Nieuwe binnen- en buitenbanden met een profiel zoals in de jaren zeventig van de vorige eeuw gebruikelijk was werden aangeschaft en gemonteerd. Zo houdt je de “classic look” tenminste in ere.
Nadat wielen compleet waren gemaakt en opgeslagen werd eerst het frame eens goed schoon gemaakt. Alle vuil en vet werd verwijderd. De achtervork onderging dezelfde behandeling. Het frame is gebruikt zoals het was omdat het zich eigenlijk nog in goede staat bevond. De achtervork is vervangen vanwege flinke lakschade en bovendien was er op een slordige manier een lelijke alternatieve nok aangelast ten behoeve van de achterrem. De oude nok was er blijkbaar ooit eens afgebroken. Omdat er nog eenzelfde vork, die netjes en ongelast was, op zolder van de schuur lag is die aan het frame gezet. De stander is na opnieuw wit gelakt te zijn ook eronder gemonteerd. Toch apart dat Batavus in die tijd witte standers onder zijn brommers monteerde. Na het terug halen van de onderdelen die naar het chroombedrijf waren is eerst een deel naar de spuiter gebracht. Daarna is thuis de voorvork weer in elkaar werd gezet. Deze vork is aansluitend in het frame gemonteerd met stuurplaat en stuur er gelijk op. Uiteraard werden de lamporen niet vergeten. Voorspatbord met stangen werden in de vork gezet en meteen ook het voorwiel. Nu kon het frame op stander en voorwiel op de heftafel staan en dat werkt wel zo gemakkelijk. Dan kun je er mooi omheen lopen en alle onderdelen er aan schroeven. Deze onderdelen werden uiteraard eerst mooi schoongemaakt en dan pas gemonteerd. Achterschokbrekers er aan en de uitlaatsteun, waarna eerst maar eens het motorblok er onder werd gehangen. Toen het achterspatbord waarna het complete achterwiel werd gemonteerd inclusief ketting en kettingscherm. En dan moet je zeggen dat het er al aardig op begint te lijken. Koplamp erop, kabelboom langs het frame en koppelingskabel, remkabel, gaskabel en chokekabel aangesloten Vele kleinere delen zoals carburateur, bobine, claxon e.d. werden ook gaandeweg eraan geschroefd en aangesloten. Uitlaat met bocht eronder, tank na beplakken e.d. er op gezet evenals de zijkastjes en de buddyseat. Er is eerst nog getwijfeld of het bagagerek er weer opgezet moest worden. De buddyseat was immers opnieuw bekleed en de bagagedrager zit aan de achterkant op de buddyseat vast. Dan moeten er wel gaten worden gemaakt in de nieuwe bekleding. In het frame van de buddy zitten standaard vanaf de fabriek al sleufgaten. Uiteindelijk is besloten dat een bagagerek wel mooi bij de algehele styling van deze Starflite past. Dus hij is er toch maar op gezet. En ziedaar er staat weer een prachtige en betrekkelijk zeldzame Starflte GT50 uit 1971 op de wielen. Als je dan terug kijkt naar hoe hij er bij aanschaf bijstond en er nu na de opknapbeurt weer bijstaat dan geeft dat een zeer bevredigend gevoel. Dan loop je alleen nog met de vraag rond of dit nu mogelijk de enige in zijn soort en type in Nederland is. Wie iets over een andere in Nederland aanwezige en in originele staat zijnde Starflite GT50 kan zeggen kan daarover contact opnemen met de redactie van dit clubblad of met de Batavus Bromfiets Club via de website. We willen het graag weten.
U.S. Gold Tank Sealer
Door Wietze Jonker
Tijdens de opknapbeurt van mijn Starflite GT50 is uiteraard ook de tank onder handen genomen. Deze tank is eerst naar een verchroombedrijf gebracht die er voor heeft gezorgd dat hij is ontchroomd. Daarna is hij nagekeken waarbij een aantal deuken zijn opgevuld waarna de hele buitenkant is geschuurd en geslepen. Na opnieuw te zijn verchroomd is de tank afgeplakt en zijn die vlakken die moesten worden gelakt met een hechtmiddel behandeld die er voor moet zorgen dat de lak niet tijdens het poetsen van het verchroomde oppervlak loslaat. Daarna is de kleurlak en de blanke lak er opgezet. Een paar goudkleurige biezen ter afscheiding van chroom en lakwerk werden als laatste aangebracht. Thuis gekomen zijn de vlechtwerk matjes (soort skaileer) en de tankemblemen aangebracht.
Daarmee was de buitenkant klaar.
De binnenkant was door het ontchromen vet en roestvrij maar uiteraard wil je ook dat de binnenkant goed word behandeld en lang goed blijft. Hiertoe werd bij de Batavus Bromfiets Club Webshop een blikje U.S. Gold Tanksealer aangeschaft. Na het doorlezen van de duidelijke handleiding, die er bij werd verstrekt, is eerst de opening waar de benzinekraan op word geschroefd afgedicht met een kurk uit een wijnfles. De kurk is met een mes een beetje bijgesneden en het dicht prima af. Deze kurk is met een stukje plakband aan de tank vast geplakt. Zo kon hij er tijdens het omwentelen van de tank niet uitvallen. Aangezien er een vulpijp in de vulopening van de tank zit hoefde deze niet met een oude benzinedop o.i.d te worden afgedicht wat mogelijk bij een tank van een andere brommer wel nodig zou kunnen zijn. Wel even iets om op te letten. Na de vloeistof in het blikje even goed te hebben omgeroerd is deze in de tank gegoten. Daarna een poosje langzaam de tank in het rond gedraaid om de vloeistof de kans te geven overal naar toe te stromen. Daarna is de tank conform de instructie een half uur blijven staan. Na dat half uur is de tank weer een poosje langzaam omgewenteld om daarna weer een half uurtje te laten staan. Voor de de derde keer is de tank daarna langzaam omgewenteld waarna hij een minuut of vijf is blijven staan.
Daarna een bakje eronder gezet en de kurk uit de benzinekraan-opening getrokken waarna het resterende Tank Sealer in een bakje is opgevangen. Dit restant is daarna weggegooid. Dit kun je niet bewaren omdat het uiteindelijk toch uithard. De tank is daarna weggelegd om te drogen waarna hij na een paar dagen op de Starflite GT50 is gemonteerd. Controle door de tankopening brengt aan het licht dat de laag er prima uitziet. Mooi egaal door de tank gelopen en voor zover te zien is het een mooie gelijkmatige dunne laag geworden. Dit geeft vertrouwen over de laag die er nu in zit en in de roestwerendheid er van. We gaan er van uit dat de tank nu afdoende tegen roesten van binnenuit is beschermd. Wat opvalt is de gemakkelijk verwerkbaarheid van U.S. Tank Sealer. Ik kan het iedereen van harte aanbevelen! Voor meer info kun je contact opnemen met het secretariaat van de Batavus Bromfiets Club of met de webshop waar je het ook gelijk kunt bestellen als je ook een tank van binnen opnieuw wilt bekleden.