Een dagje Schoonhoven
Door: Margreet Kuivenhoven & Jan Bogerd
Tja, op een gegeven moment sta je voor de zoveelste keer in de schuur te kijken naar een oude bakfiets, of bakbrommer zoals de kenners zeggen, maar ja, wij zijn gewend om in de familie bakfiets te zeggen, dus dat houden we maar zo. We hadden de bakfiets van Ome Henk gekregen van Tante Rie en hun kinderen op voorwaarde dat we hem zouden restaureren en laten lopen. Dan zouden we met de bakfiets naar Rijnsburg gaan en hem laten zien. Inmiddels is die belofte 3 jaar oud en gaat een schuldgevoel je langzamerhand bekruipen. Belofte maakt schuld tenslotte. We hadden al een paar keer gereden op de bakfiets en dat ging best, ook al had ‘ie al 10 jaar stil gestaan in de bollenschuur. Alleen de tweede versnelling schoot er telkens uit, dat moest gerepareerd want zo viel er niet mee te rijden, en de motor zou eigenlijk nagekeken moeten worden, want 10 jaar stilstand dan heb je natuurlijk geen idee wat de staat is ook al klonk ie goed. Dus het leek allemaal simpel, beetje oppoetsen, lak laten glimmen, banden vernieuwen en klaar is kees.
Alleen die versnelling hè, handgreep nagekeken, maar dat hielp niet, moest toch iets in de motor zijn. Maar ja, hoe haal je een motor uit elkaar? En dan bleek ook nog dat de schroefdraad van het gasblok op de carburateur versleten was, dus ook maar een nieuwe carburateur dan.
En eigenlijk zou het wel handig zijn als de hele motor eens nagekeken werd. Margreet wil er boodschappen mee gaan doen bij de supermarkt. We hebben onze tweede auto weg hebben moeten doen omdat dat te duur werd naast de leasebak. En ja, dan moet je kiezen, of een paar keer per week met de fiets wat kleine, dagelijkse maar verse dingen halen, of in het weekend groter en dus niet vers inkopen. Nou, met zo’n bakfiets kan ze het natuurlijk weer zelf bepalen en dat betekent onafhankelijkheid.
Afijn, ik had al een keertje contact gehad met Clemens Jansen over wat technisch details over de bakfiets en hij leek ongeveer de enige JLO specialist in Nederland die ook motortjes reviseerde. Dus op een gegeven moment maar de stout schoenen aangetrokken en hem gemaild en gebeld of hij onze JLO blok ook wilde reviseren. Ik dacht als ik nou vroeg in het voorjaar bel, dan kan ik hem misschien wel eind voorjaar klaar hebben, want zo’n man is natuurlijk druk. Nou, dat wou die wel. Ik kon hem opsturen, maar “als ik er nou ’s morgens om een uur of negen mee kwam en meekwam helpen kon die ‘savonds om zes uur klaar zijn. Dan zou ik er een hoop van leren”. Nu data was natuurlijk kaas voor een ouwe Tomos freak die altijd zijn eigen brommer had onderhouden. En een Tomos motor of een JLO? Ach, allemaal één pot nat, toch? Ik voelde mijn ouwe sleutelbloed weer kruipen, de geur van benzine en motorolie, zwarte vingers, kool krabben… eigenlijk wel lekker. En een blokkie volledig uit elkaar halen had ik nog nooit gedurfd en had ik ook de kennis niet voor. Maar geweldig om een keer mee te maken onder begeleiding, natuurlijk.
De afspraak was gauw gemaakt dus, 17 April. Dagje vrij nemen had ik er heel graag voor over.
![]() |
Aangezien Margreet ook mateloze interesse had in het opknappen van de bakfiets, het was tenslotte haar Ome Henk, dus haar familiestuk, togen we ’s morgens kwart voor acht samen naar Schoonhoven, lekker weertje, kopje koffie in de auto, lunchpakketje en extra koffie voor de dag, JLO motortje in een kratje achterin, geen idee wat ons te wachten stond, alleen dat de motor ’s avonds “om zes uur” weer klaar zou zijn. De reis vanuit Apeldoorn verliep voorspoedig, weinig last van spitsverkeer op de woensdag dus precies op tijd in Schoonhoven. Tja, en dan denk dat het Walhalla van de JLO motoren ergens buitenaf in een grote schuur is, met mega veel onderdelen en reparatieruimte, maar nee. Het heilige der heiligen van de JLO is een fietsenschuurtje in een woonwijk, DAAR gebeurt het! Onbegrijpelijk! Maar alle gereedschappen zijn er en het blijkt een zeer overzichtelijke, goed geoutilleerde werkplaats. |
Maar eerst een hartelijke ontvangst met koffie natuurlijk, beetje bij kletsen en ervaring uitwisselen. Wat doet Clemens nou precies? Hoe komen wij aan die bakfiets?
En half tien gaan we beginnen. Nou wordt het echt spannend. En met ijselijke precieze, als een echte reparateur gaat Clemens te werk, precies uitleggend wat ie doet en waarom en waar ik vooral op moet letten. Ik heb ook mijn stofjas aan, maar sta er in het begin een beetje hulpeloos bij. Clemens polst nog een keer hoe technisch ik eigenlijk ben door te vragen of ik wel eens een motortje uit elkaar heb gehaald.
Ik probeer te zeggen dat ik altijd mijn eigen brommer heb onderhouden, maar nooit verder ben geweest dan losschroeven van carburateurs, cilinders en ontstekingen. Verder kon en durfde ik niet met 16 jaar niet. Ook nog even laten vallen dat ik HTS heb gedaan en aan draaibanken heb gestaan om mijn technische “expertise” te beklemtonen. Maar het maakte volgens mij niet veel indruk op Clemens. Hij is meer een man van de praktijk. Zo van “laat eerst maar zien wat je kan”.
![]() |
Dus op een gegeven moment zelf maar de schroevedraaier gepakt en gevraagd “moet dit ook los?”. Nou wat een soort van reparatie van een JLO blokje leek werd een “dagje uit”. Goeimorrege, wat was dat leuk! Binnen een paar uur lag het hele blok uit elkaar.
En Clemens maar vertellen. Over zijn ervaringen… over waar ik op moest letten… Hij blijkt dus de originele tekeningen te hebben bemachtigd van de JLO fabriek door kennismaking met de laatste directeur. Met behulp van die tekeningen laat hij als het nodig is onderdelen maken in fabrieken in Tsjechie en de Oekraine, waar hij ook contacten mee heeft. Ongelooflijk toch? Afijn, terug naar de reparatie, of beter gezegd restauratie. Er bleken toch wel een paar onderdelen behoorlijk versleten. Allereerst werd het probleem van de tweede versnelling duidelijk. De schakelhandel aan het stuur was inderdaad kapot, versleten. Daardoor waarschijnlijk was ook de schakelhefboom in de motor versleten. Laten we zeggen een dikke ijzeren ring met twee nokken aan weerszijden die of de eerste of de tweede versnelling laat aangrijpen.
Nou die nokjes waren kas versleten. Je ziet de schakelhefboom hier in het midden tussen de twee tandwielen. De linker is de 1e versnelling en de rechter de 2e. Als je goed kijkt zie je dat ook de as rechts ongerechtigheden vertoond. Is niet een echt egaal lang asje. Het gehele spul is dan ook maar gelijk vervangen. Tja, en dan ligt de motor op een gegeven moment helemaal uit elkaar. Komt dat ooit nog goed? Nou aan Clemens te zien wel ja. Maar ’t blijft een raadsel. We gaan rustig verder. Clemens demonteert zorgvuldig alles, bekijkt de onderdelen en geeft er zijn mening over. Ik luister en vraag en gestaag wordt het motortje tot op het bot gesloopt. Zo tegen lunchtijd ligt alles uit elkaar. Clemens heeft alle onderdelen vakkundig “in een emmer gesorteerd” (waarom moeilijk doen als het makkelijk kan, toch?), en de onderdelen die vervangen moeten worden apart gehouden. En dat zijn er toch nog al wat. Nadat zijn vrouw al drie keer had geroepen dat de tafel gedekt stond, zijn we maar gaan eten. ’t Blijft moeilijk los komen natuurlijk als je al zo diep in de motor zit. Het ergste is het krukaslager er aan toe. De as hierboven met de versnellingstandwielen kon nog wel mee, maar ja, nu die toch al uit elkaar ligt kunnen we hem maar beter gelijk vervangen als er een betere versie in het magazijn ligt. Het lager hiernaast, waar de krukas in rond wentelt was echt versleten. De hele linker kant van het huis ligt vol gruis, ijzervijlsel wat er op een illegale manier terecht is gekomen, dat hoort niet. Clemens zei dat we daar zeker niet nog 30 km mee hadden door kunnen rijden of hij had vast gelopen. Nou, da’s duidelijke taal. Toch maar goed dat we deze beslissing tot revisie genomen hebben.
Verder bleek er nóg een asje aan vervanging toe, moesten een aantal lagers en oliekeringen het voor gezien houden, en moesten natuurlijk de pakkingen vervangen worden, maar dat is standaard werk. Ook het tandwiel van de ketting was kasversleten. De carburateur was ook lastig. Onze oude deed het wel, maar ja, een schroefdraad die nog maar nauwelijks grip bood, da’s toch link. Ook maar even kijken of er daar nog een van in het magazijn ligt. Met het demonteren van de krukas en zuiger bleek nog een probleem te ontstaan. Clemens liet het me zien en horen. “Hou de zuiger eens vast in je hand en sla met je andere hand op de kop van de zuiger. Hoor je het gerammel?” Inderdaad was er een duidelijk bonken te horen. “Dat is de zuigerpen. Die zit hier door dat bronzen busje, zie je, kijk dat busje zit in deze drijfstangoog klem en zorgt dat de zuigerpen gesmeerd blijft bij het op en neer gaan. En dat busje is versleten, daardoor zit er speling in de zuigerpen en zit de zuiger dus een beetje los. Dit had het ook niet lang meer uitgehouden. Maar dit wordt nog een groot probleem. Ik weet niet of ik dat zomaar kan repareren”, aldus Clemens. Nou natuurlijk kon hij dat wel, ’t was alleen een onvoorziene tegenvaller en iets wat niet zomaar gedaan kon worden, bleek. Goed, alle versleten onderdelen in aan aparte emmer gedaan en op naar het magazijn. Het magazijn bleek in het JLO museum te zitten. Een garage waarin echt 4 beauties van Batavus brommers staan, helemaal puik, glimmend, alsof ze zo uit de winkel kwamen. En lopen natuurlijk. Op een paar schappen stonden nog een stuk of 20 motorblokjes. “Allemaal werkend en dit zijn alle JLO blokken onder de 50cc die JLO in door de tijd gemaakt heeft”. Aan de lange wand hingen nog een paar planken met prijzen die Clemens met zijn brommers gewonnen had en foto’s, oorkondes etc. Echt wel bijzonder om te zien. Hier staat echt een liefhebber. Clemens trok een aantal laden open waarin zo ongeveer alle onderdelen lagen die je maar bedenken kan en vond daarin uiteindelijk alle spullen die aan vervanging toe waren. Met alle nieuwe onderdelen op zak liepen we weer naar huis terug en begon de wederopbouw van de motor.
Clemens begon de asjes, de lagers en de oliekeringen te monteren en gaf mij de cilinder en de cilinderkop en een emmertje wasbenzine. “Hier ga maar ff schoonmaken”. Nou daar zat behoorlijk wat kool en vettigheid in dus daar zou ik wel ff mee bezig zijn. Maar het zonnetje scheen heerlijk dus ik zat lekker op een krukje buiten in de zon in het tuintje te krabben en te poetsen tot echt alles blinkend schoon was. Maar, ik moest natuurlijk wel Clemens in de gaten houden, want een motor in elkaar zetten zonder mij erbij dat kan natuurlijk niet. Dus af en toe liep ik ff naar binnen om me van de vorderingen op de hoogte te stellen. Margeet bleef alles nauwkeurig vast leggen met het digitale cameraatje. Ondertussen werd Margeeet ook aan het werk gezet met een aluminium polijstmiddel waarmee ze de deksels van de motor moest oppoetsen. Nou je wil niet weten hoe dat opknapt. Geen idee dat dat kon. Oude verweerde deksels werden weer al nieuw. Je vingers doen even pijn, maar daar krijg je wel wat voor terug…
Zoals je hieronder ziet vordert het in elkaar zetten van de motor gestaag. Tot nu toe geen problemen. De helft “werkt al”. Nieuw asjes, nieuwe pakking, behuizing mooi schoongemaakt. Wat wil je nog meer? Ja een héle motor natuurlijk. Nou dat duurt nog even. Zoals je ziet zit de krukas met de zuiger er al wel in, maar daar moest nog even wat gebeuren. Het bronzen busje waar de zuigerpen door heen gaat moest vervangen en dat busje, die maat, had Clemens niet. Wel iets wat erop lijkt, dus dat is ook goed. Maken we gewoon passend. En hoe?
De buitenmaat leek aardig te kloppen maar de binnenkant van het busje was te klein.
Dus dan maar opruimen. Met een precisieruimer waarmee Clemens op een honderdste millimeter nauwkeurig kon uithollen, werd beetje bij beetje het busje op maar gemaakt. Iedere keer weer een stukje wijder, passen, nog een keer, net zolang tot de zuigerstang er vloeiend in ging. Precies pas, lekker draaiend, maar zonder speling. Geweldig.
Busje in de drijfstang klemmen, zuiger er overheen en de zuigerpen er dwars door. Klaar is kees.
Nu kan de motor helemaal in elkaar gezet worden. En zo gebeurde ook. Nieuwe carburateur erop, maar ho even, die past niet lekker.
De aansluiting op de cilinder blijkt een beetje hol te lopen. Dus er weer af, in de bankschroef en vijlen, net zolang tot de aansluiting vlak is.
Maar Clemens zou Clemens niet wezen om ook op het allerlaatste moment ook nog even de contactpunten na te kijken.
Tja, die konden ook maar beter vervangen worden, want dat bleek niet helemaal origineel. Ik had ondertussen de cilinder en de kop lekker schoon gekregen dus die konden ook gemonteerd worden. Toen dat ook gebeurd was konden de blinkende dekseltjes van Margreet erop en ja… alles leek klaar. Versnellingsbakolie erin, motor weer op de standaard monteren, uitlaat aansluiten, benzineslangetje aansluiten, gashandel en koppelingskabel aansluiten en starten. Nou als een zonnetje natuurlijk. Koppeling en versnelling afstellen en naar buiten. Even test draaien.
![]() |
Tja, en daar staat dan de hele handel op de parkeerplaats. Het lijkt wel een gloed nieuw motortje en dat geluid, hij draait als een tierelier, lekker rustig, regelmatig geluid. De benzinedampen stinken gigantisch na 30 jaar milieuactivisme, maar toch is het lekker. Zo bekend, zo vertrouwd, herinneringen doemen weer op aan mijn Tomos en aan de geweldige (puber)tijd die ik daar mee beleefd heb. Ben ik gek? Nee, ik geloof het niet. Het is gewoon leuk om herinneringen weer levend te maken. Met diezelfde Tomos parkeerde ik bijna dagelijks achter het huis van Ome Henk om even na schooltijd een “bakkie te doen” om 5 uur bij Tante Rie. |
Even een beetje grappen maken met hun kinders die mijn vrienden en vriendinnen waren. En steevast om klokslag zes uur kwam Ome Henk met de bakfiets thuis van het land, klaar met bloemen snijden, land bewerken, etc. Bakfiets in de bollenschuur, schoenen uit, in de stoel in de achterkamer naast het dressoir zitten, sjekkie draaien uit een zilveren doosje en een bakkie koffie voorgezet krijgen door Tante Rie. Heerlijke tijd.
En zo ziet het motortje er nu uit. Blinkend, glimmend en op en top in conditie. Hij kan zo weer dertig jaar mee volgens Clemens. We gaan er weer vol trots mee rijden. Nu alleen het frame en de bak nog opknappen. Dat gaat geen dag duren maar enkele maanden zeker. Maar uiteindelijk gaat ie rijden. Hij reed al natuurlijk, maar nu gaat ie echt goed en betrouwbaar rijden. Ik kan haast niet wachten.
Hiernaast nog een overzichtje van de onderdelen die allemaal vervangen zijn. Boven de pakkingen, op de tweede rij van links naar rechts de lagers, schakelhefboom met meenemer (dat kleine dingetje), twee asjes, nog een pakking en het bronzen busje (ook klein), en carburateur, onder het versleten onderdeel van de versnellingshandel, oliekeringen, contactpunten en tenslotte het kettingtandwiel.
|
![]() |
De bakbromfiets vóór de motor revisie.